De Wet Arbeidsmarkt in Balans doorgelicht
De Wet Arbeidsmarkt in Balans is eigenlijk een vreemde titel. Er wordt namelijk helemaal niks in balans gebracht, het zijn slechts enkele losse maatregelen, waardoor flex minder flex zou moeten worden en vast minder vast.
De belangrijkste zaken uit deze wet op een rij en beoordeeld:
Ontslag
Ontslagwordt ook mogelijk als
er sprake is van een optelsom van omstandigheden, de zogenaamde cumulatiegrond.
Nu moet de werkgever aan een van de acht ontslaggronden volledig voldoen. Deze
nieuwe negende grond geeft de rechter de mogelijkheid omstandigheden te
combineren.
Prima maatregel, voegt niet veel toe, maar kan ook weinig kwaad. Dossieropbouw blijft belangrijk.
Transitievergoeding
Medewerkers krijgen vanaf dag 1 recht op een transitievergoeding in plaats
van na 2 jaar.
Slechte maatregel, weer kostenverhoging
voor werkgevers, die ze op één of andere wijze gaan verdisconteren in de totale
beloning.
De opbouw van de transitievergoeding wordt overigens verlaagd bij lange dienstverbanden. Dit wordt voor iedereen een derde maandsalaris per gewerkt jaar.
WW premie
De WW-premie wordt voor werkgevers voordeliger als ze een werknemer een vaste
baan aanbieden in plaats van een tijdelijk contract.
Dit lijkt positief omdat werkgevers gestimuleerd worden om sneller vaste banen aan te bieden.
Langere proeftijd
De proeftijdvoor degenen die meteen
een vaste contract krijgen gaat van twee maanden naar vijf maanden.
Slecht idee, dit vergroot immers de kans op misbruik door werkgevers (‘een soort van vijfmaandencontract’, met op elk moment de mogelijkheid tot ontslag, zonder consequenties voor de werkgever).
Ruimere ketenbepaling
De opeenvolging van tijdelijke contracten, de zgn. ketenbepaling, wordt
verruimd. Nu is het mogelijk om aansluitend drie tijdelijke contracten in twee
jaar aan te gaan. Dit wordt drie jaar.
Prima zaak, was vóór de WWZ ook al zo. Goed dat men dit terugdraait.
Ook wordt het mogelijk om de pauze tussen een keten tijdelijke contracten per cao te verkorten van zes naar drie maanden, als er sprake is van terugkerend tijdelijk werk dat maximaal negen maanden per jaar kan worden gedaan.
Dit is gunstig voor seizoenswerk.
Verder komt er een uitzondering op de ketenregeling voor invalkrachten in het primair onderwijs die invallen wegens ziekte.
Hèhè, eindelijk….
Payrollers krijgen
inlenersbeloning
Werknemers die op payrollbasis werken, krijgen minimaal dezelfde
arbeidsvoorwaarden
als de werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever (de zog.
Inlenersbeloning). Ook krijgen ze recht op een adequaat pensioen.
Is uiteraard volledig terecht: zelfde werk -> zelfde beloning. Dit was ook al zo, maar werd niet gecontroleerd en gehandhaafd. Is uiteraard een goede maatregel. Nu nog controleren en creatieve manieren om hier onderuit te komen bestraffen.
Doorbetaling bij
ziekte
De voor mkb’ers pijnlijke twee jaar loondoorbetaling bij ziekte blijft overeind.
Wel gaat het mogelijk worden een kleine tegemoetkoming te krijgen.
Dat is onvoldoende en zal werkgevers niet stimuleren om medewerkers sneller een vaste baan te bieden. Gemiste kans.
ZZP-vraagstuk niet wordt aangepakt
De hele situatie rondom ZZP’ers wordt niet aangepakt. 80% van de ZZP’ers loopt
nog onverzekerd rond en bouwt geen pensioen op. Daarnaast zijn er nog te veel
schijn-ZZP’ers (fictieve dienstverbanden).
Hier móet de regering echt snel actie op ondernemen.
Pensioenen
Tot slot een andere groot probleem: de pensioenen. Vier grote fondsen bereiden
zich voor op pensioenkortingen, talloze fondsen kunnen opnieuw niet indexeren,
de onzekerheid over ons pensioen blijft bestaan.
Welke bewindsman of –vrouw durft hier nu écht eens te hervormen?
Conclusie: met dit voorstel is men op de goede weg, maar slechts een klein stukje op weg. Sommige maatregelen vrágen om creatieve ontwijking (proeftijd van 5 maanden) en er wordt nog steeds niet écht doorgepakt en hervormd. Jammer.